가사
[Verse 1]
Er zwemt een eendje in het water,
en hij kwakt graag met zijn snater
Als ie het te warm heeft,
nou dan duikt ie onderwater
Hij is niet wit, maar hij is zwart
Ja hij is anders en een beetje verward
Hij lijkt niet op zijn mede-eendjes,
Hij staat ook wat hoger op zijn eendenbeentjes
[Chorus]
Het zwarte eendje zwemt alleen,
geen vriendjes om hem heen
En als ie te dicht bij komt,
nou dan worden ze gemeen, ja ja
[Verse 2]
Hij voelt zich vaak alleen gelaten,
Hij durft niet met anderen te praten
Maar op een dag kreeg hij een kans,
Ze zwommen langs een zwarte gans
Hij keek omhoog en tot zijn verbazing,
Van blijdschap in een verdwazing
Het zwarte eendje deed een vreugdedans,
Want hij bleek geen eendje, maar een zwarte gaaaans
[Chorus]
Het zwarte eendje zwemt niet meer alleen,
heel veel vriendjes om hem heen
En als je te dicht bij komt,
nou dan worden ze gemeen, ja ja
Het zwarte gansje doet gauw een dansje,
Wat is hij blij met dit waterkansje
Het gansje glanst van de euforie
Met de vondst van zijn ganzenfamilie, ja ja
[Bridge]
Het gansje dansde in zijn vreugde,
Hij was al bang dat hij niet deugde,
Hij was al die tijd geen eend,
En het was niet kwaad gemeend,
Hoe zijn zusjes hem aankeken,
En zijn broertjes met hun streken,
Hij was er eindelijk van af,
Van dat geketter, en gekaf
[Chorus]
Het zwarte eendje zwemt niet meer alleen,
heel veel vriendjes om hem heen
En als je te dicht bij komt,
nou dan worden ze gemeen, ja ja
Het zwarte gansje doet gauw een dansje,
Wat is hij blij met dit waterkansje
Het gansje glanst van de euforie
Met de vondst van zijn ganzenfamilie, ja ja
[Outro]
La la la la
La la la la
La la la la
La la la la
